De Dom

Op RTV-Utrecht zie ik een jongen die trots het resultaat van zijn tatoeëerder bekijkt. De cameraploeg hijgt in zijn nek. “En? Is het een beetje mooi geworden?” vraagt de journaliste. De jongen glundert, hij wrijft zachtjes over zijn verse domtoren. “Ja, het is heel mooi!” beaamt hij. “Waarom een domtoren?” vraagt zij. “Ja joh, ik adem Utrecht. Als ik de toren zo zie staan, dan voel ik me thuis”, prevelt de jongen tevreden. RTV Utrecht vertelt ons dat er veel Utrechters zijn met een domtorentattoo. Het is dé manier om je voor eeuwig te binden met je stad (ook als je buiten de stad bent). Ik bedenk me dat ik het maar overdreven vind. Verknocht zijn aan je eigen stad oké, maar wat kan zo’n domtoren nou emotioneel losmaken?

De avond na deze uitzending, zit ik in de kroeg met twee vriendinnetjes. We hebben het over de belachelijke manieren waarop we weleens gestruikeld zijn en andere lachwekkende doch pijnlijke situaties. Ik herinner me ineens dat mijn broer jaren geleden thuis kwam met een gat in zijn hoofd. Mijn moeder en ik stonden plots geschrokken tegenover zijn bleke gezicht, waaromheen een slordig verbandje was gezwachteld. Het bloed had de buitenkant van het verband al bereikt en dreigde van zijn gezicht af te druppelen. Mijn broer had tijdens zijn schooluitje zijn hoofd gestoten tegen de domklok. “Ik hoorde de klok nog zoemen”, zei hij nog. Hoewel we het toen erg met hem te doen hadden, kan ik er nu hartelijk om lachen. Hoe kreeg hij het nou weer voor elkaar?  Al moet ik wel opbiechten dat ik de mogelijkheden nog niet heb kunnen beoordelen, ik woon nu acht jaar in Utrecht en heb de domtoren nog nooit beklommen. Dat ga ik binnenkort maar eens even doen…
542px-Dom_voor_stormNa ons laatste drankje, stappen mijn vriendinnen op de fiets en wandel ik door de binnenstad naar huis. Het sneeuwt plotseling hevig, mijn zwarte jas heeft een paar seconden nodig om wit te kleuren. De oranje stadslucht ziet er prachtig uit met al die wonderlijke sneeuwvlokken. Ik heb het gevoel rond te dwalen in een snowglobe. Dan zie ik daar ineens de domtoren uit de duisternis opdoemen, ik sta aan de grond genageld. De domtoren… hij staat daar al eeuwenlang zwijgend over de stad te waken. Ik staar een tijdje omhoog, de sneeuw heeft zich door de wol van mijn jas gewurmd, mijn nek wordt vochtig en mijn haren hangen lamlendig langs mijn wangen. Al het onderzoek dat ik over Utrecht heb gedaan voor mijn boek flitst aan mij voorbij. De woorden van de trotse Utrechter op RTV-Utrecht galmen in mijn hoofd. Dan voel ik het ineens, ik ben een Utrechter.

Leave a comment